Sneltoetsen en selecteren
Sneltoetsen in Word (op een Windows computer)
Sneltoetsen zijn combinaties van toetsen die ervoor zorgen dat er een handeling gebeurt. Zie hieronder een overzicht van de sneltoetsen in Word.
Specifieke tekst selecteren
U kunt ook een bepaald woord, een bepaalde regel tekst of een of meer alinea’s selecteren.
- Plaats de cursor (waar je muis heen beweegt) voor de eerste letter van het woord, de zin of de alinea’s die je wilt selecteren.
- Houd de muisknop ingedrukt terwijl je de cursor over de te selecteren tekst sleept.
Andere manier om tekst te selecteren
- Je kunt ook één woord selecteren door erop te dubbelklikken. Als je daarna nog een keer dubbelklikt wordt de hele alinea geselecteerd.
Overzicht van de sneltoetsen
Als er bijvoorbeeld Ctrl + A staat betekent dat je drukt op de toets Control en vervolgens de toets A. Terwijl je Control nog ingedrukt houdt. Zie je nu dat alle tekst wordt geselecteerd? Klik ergens naast en de tekst is niet langer geselecteerd.
Druk op deze toets | Om dit te doen |
Ctrl + X | Knip het geselecteerde item. |
Ctrl + C (of Ctrl + Insert) | Kopieer het geselecteerde item. |
Ctrl + V (of Shift + Insert) | Plak het geselecteerde item. |
Ctrl + Z | Een actie ongedaan maken. |
Alt + Tab | Schakelen tussen geopende apps. |
Alt + F4 | Sluit het actieve item of sluit de actieve app af. |
Windows-logotoets + L | Uw pc vergrendelen. |
Windows-logotoets + D | Het bureaublad weergeven en verbergen. |
F2 | De naam van het geselecteerde item wijzigen. |
F3 | Een bestand of map zoeken in de Verkenner. |
F4 | De lijst van de adresbalk weergegeven in de Verkenner. |
F5 | Het actieve venster vernieuwen. |
F6 | Door schermelementen bladeren in een venster of op het bureaublad. |
F10 | De menubalk activeren in de actieve app. |
Alt + F8 | Uw wachtwoord weergeven op het aanmeldingsscherm. |
Alt + Esc | Bladeren door items in de volgorde waarin deze zijn geopend. |
Alt + onderstreepte letter | De opdracht voor deze letter uitvoeren. |
Alt + Enter | De eigenschappen van het geselecteerde item weergeven. |
Alt + spatiebalk | Het snelmenu voor het actieve venster openen. |
Alt + pijl-links | Ga terug. |
Alt + pijl-rechts | Vooruit. |
Alt + Page Up | Eén scherm naar boven gaan. |
Alt + Page Down | Eén scherm naar beneden gaan. |
Ctrl + F4 | Het actieve document sluiten (in apps in volledig scherm en waarin u meerdere documenten tegelijk geopend kunt hebben). |
Ctrl + A | Alle items in een document of venster selecteren. |
Ctrl + D (of Delete) | Het geselecteerde item verwijderen en verplaatsen naar de Prullenbak. |
Ctrl + E | Zoeken openen (in de meeste apps). |
Ctrl + R (of F5) | Het actieve venster vernieuwen. |
Ctrl + Y | Een actie opnieuw uitvoeren. |
Ctrl + Pijl-rechts | De cursor naar het begin van het volgende woord verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-links | De cursor naar het begin van het vorige woord verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-omlaag | De cursor naar het begin van de volgende alinea verplaatsen. |
Ctrl + Pijl-omhoog | De cursor naar het begin van de vorige alinea verplaatsen. |
Ctrl + Alt + Tab | Schakelen tussen alle geopende apps met de pijltoetsen. |
Alt + Shift + pijltoetsen | Wanneer een groep of tegel in het Startmenu is gemarkeerd, deze in de richting van de pijl verplaatsen. |
Ctrl + Shift + pijltoetsen | Wanneer een tegel is gemarkeerd in het Startmenu, verplaatst u deze naar een andere tegel om een map te maken. |
Ctrl + pijltoetsen | Formaat van het Startmenu wijzigen wanneer het is geopend. |
Ctrl + pijltoets + spatiebalk | Meerdere afzonderlijke items in een venster of op het bureaublad selecteren. |
Ctrl + Shift met een pijltoets | Een tekstblok selecteren. |
Ctrl + Esc | Startscherm openen. |
Ctrl + Shift + Esc | Taakbeheer openen. |
Ctrl + Shift | De toetsenbordindeling wijzigen wanneer er meerdere toetsenbordindelingen beschikbaar zijn. |
Ctrl + spatiebalk | De Chinese IME (Input Method Editor) in- of uitschakelen. |
Shift + F10 | Het snelmenu voor het geselecteerde item weergeven. |
Shift met een pijltoets | Meerdere items in een venster of op het bureaublad selecteren of tekst in een document selecteren. |
Shift + Delete | Het geselecteerde item verwijderen zonder het naar de Prullenbak te verplaatsen. |
Pijl-rechts | Het volgende menu aan de rechterzijde openen of een submenu openen. |
Pijl-links | Het volgende menu aan de linkerzijde openen of een submenu sluiten. |
Esc | De huidige taak stoppen of afsluiten. |