Week 1: Wie ben jij? Wie ben ik?

De school voor ouders – Basis

Week 1: Wie ben jij? Wie ben ik?

Welkom bij De school voor ouders. Dit is week 1. Veel plezier!

Extra voor begeleider (optioneel):

Presentatie bij week 1

Lesplan bij week 1

1a. De woorden

Begroeten en weggaan:

Handige woorden:

1d. Het alfabet

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

IJ= lange ij

Ei= korte ei

Y= Griekse y

Het alfabet lied:

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z doen ook nog mee. A B C D E F G H I J K L M N O P

1e. De luisteropdracht: Waar of niet waar

Docent:                     Goedemorgen allemaal! Ik ben Sandra Blom. Ik ben de docent. Ik kom uit Nederland. Ik spreek Nederlands. Wie ben jij?

Manuel:                     Hallo, ik ben Manuel Hernandez.

Docent:                      Waar kom je vandaan, Manuel?

Manuel:                     Ik kom uit Mexico

Docent:                      En jij? Hoe heet jij?

Isabel:                        Ik heet Isabel Garçia.

Docent:                      Manuel komt uit Mexico. Kom jij ook uit Mexico?

Isabel:                        Nee, ik kom uit Spanje.

Docent:                      En wie ben jij?

Aicha:                        Ik ben Aicha.

Docent:                      Aicha, welkom. Aicha is je voornaam. Wat is je achternaam?

Aicha:                        Mijn achternaam is Idrissi.

Docent:                      Kom je uit Marokko?

Aicha:                        Ja.

Docent:                      Uit welke plaats kom je Aicha?

Aicha                         Ik kom uit Chefchaouen.

Docent:                      En nu de buurman van Aicha. Hoe heet jij? Waar kom je vandaan?

Liam:                          Ik heet Liam. Ik kom uit Ierland.

Docent:                      Uit welke plaats kom je, Liam?

Liam:                          Uit Dublin.

Docent:                      En waar woon je nu?

Liam:                          Ik woon nu in Rotterdam.

Docent:                      Welkom allemaal op de cursus Nederlands!

1f. De cijfers, getallen, nummers

2a. De woorden

De familie, het gezin.

4a. De luisteropdracht 2: Waar of niet waar?

Tekst 1. Ik ben Sahand. Ik ben 22 jaar. Ik kom uit Iran. Ik woon alleen.

Tekst 2. Ik ben Yusuf. Ik ben 50 jaar. Ik kom uit Turkije. Ik ben getrouwd met Meryem. We hebben samen 4 kinderen. Drie jongens en een meisje.

Tekst 3. Ik ben Sarah. Ik ben 32 jaar. Ik kom uit Argentinië. Ik ben gescheiden. Ik heb twee kinderen, een zoon en een dochter.

5a. De woorden

Websites bij deze week

www.oefenen.nl

oefenen.nl/programmas/taalklasnl-1/

translate.google.nl

Onderdeel 1 van 10.

Aanmelden voor onze nieuwsbrief?

Klik hier